Philharmonie Gelre staat van mei tot november 2024 onder leiding van interim-dirigent Dick Bolt.
Dick is aan het Stedelijk Conservatorium te Groningen afgestudeerd in de vakken (bas)trombone en orkestdirectie en deed op beide terreinen al tijdens zijn studie veel ervaring op.
In 1988 werd hij de vaste bastrombonist van Het Gelders Orkest (nu: Phion). Daarnaast maakt hij deel uit van het Nederlands Trombone Kwartet.
Hij heeft bij alle professionele symfonieorkesten in ons land geremplaceerd, dit jaar nog bij het Noord Nederlands Orkest, het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Radio Filharmonisch Orkest.
Dick is aan het Stedelijk Conservatorium te Groningen afgestudeerd in de vakken (bas)trombone en orkestdirectie en deed op beide terreinen al tijdens zijn studie veel ervaring op. In 1988 werd hij de vaste bastrombonist van Het Gelders Orkest (nu: Phion). Daarnaast maakt hij deel uit van het Nederlands Trombone Kwartet. Hij heeft bij alle professionele symfonieorkesten in ons land geremplaceerd, dit jaar nog bij het Noord Nederlands Orkest, het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Radio Filharmonisch Orkest.
Daarnaast is Dick Bolt hoofdvakdocent bastrombone aan het ArtEZ Conservatorium te Zwolle en aan zijn eigen voormalige school, tegenwoordig het Prins Claus Conservatorium te Groningen.
Als dirigent heeft hij een brede ervaring, voorheen vooral met blaasorkesten, maar sinds hij zich verder is gaan scholen bij dirigenten van Het Gelders Orkest ook bij een groot aantal ensemble- en symfonieorkestprojecten.
Momenteel dirigeert hij symfonieorkest Flos Campi te Nijmegen en harmonieorkest OBK te Bennekom.
Hij is ere-dirigent van fanfare St. Cecilia te Millingen aan de Rijn waar hij van 1989 tot 2022 actief was.
Ook is hij regelmatig te vinden achter de jurytafel bij concoursen en festivals in alle regio’s van ons land.
Op de vraag wat hij belangrijk vindt in zijn dirigentschap bij een amateurorkest antwoordt hij: ‘Op de eerste plaats moeten de orkestleden plezier hebben in het samen musiceren. Maar ik streef ook naar een zo hoog mogelijke kwaliteit, ik wil er, samen met hen, uithalen wat erin zit. Ik probeer hen over te brengen wat mij raakt in de muziek, hen de liefde voor de gekozen stukken bij te brengen. Ik wil dat ze de zeggingskracht van de muziek helemaal gaan begrijpen, zodat ze gegrepen worden en daarmee ook het publiek weer kunnen grijpen.’